Kastelen & buitenplaatsen in Nederland
Guus Pauwels

Laatste update

12 mei 2017

Bezoeker

Home.
Brabant.
Drenthe.
Flevoland.
Friesland.
Gelderland.
Groningen.
Limburg.
Noord Holland.
Overijssel.
Utrecht.
Zeeland.
Zuid Holland.
Diversen .
Foto pagina
Beschrijving Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed
Huis ter Woude

 

Huis ter Woude

Ringdijk 210

2983 GN Ridderkerk

Provincie Zuid Holland

Weergave op de kaart

Noorderbreedte Oosterlengte

51° 52' 48.13" N
4° 36' 36.03" E

Huis te(r)  Woude staat in de Ridderwaardpolder in Ridderkerk. Vandaag de dag rest er alleen nog een stukje ruïne. Het kasteeltje werd pas in 1968 herontdekt nadat het een dikke 800 jaar onder de slib verborgen had gelegen. In 1914 kwam oud KNIL soldaat, Wout Post in het bezit van de grond waarop het kasteeltje verborgen lag. Ook de kinderen van Post die het landje erfden, vonden het een slecht stukje grond waarop niets wilde groeien tussen al dat rondslingerende gesteente. Dit deed echter bij de voorzitter van de Stichting Oud Ridderkerk een licht opgaan. De voorzitter schakelde archeoloog R. Hoek in. Vanaf 1969 werden de resten van Huis te Woude volledig opgegraven en archeologisch onderzocht. De muren die in 1418 door de Hoeken werden omgetrokken lagen nog steeds in de oude slotgracht; daardoor kon men een goed beeld krijgen van het kasteel. Zo werd ontdekt dat de begane grond van het kasteel niet bewoond werd, omdat daar geen gemak (toilet) was en het daglicht slechts door lichtsleuven binnenkwam. De eerste verdieping bleek daarentegen wel geschikt te zijn voor bewoning: daar stond niet alleen een gemak, maar ook een schouw met daarnaast een groot raam. Door de aanwezigheid van afvoerkanalen voor meerdere gemakken kon men afleiden dat het de bedoeling was geweest om de toren van twee extra verdiepingen te voorzien, wat nooit heeft kunnen gebeuren.  In 1971 werden de funderingen van het kasteel geconsolideerd. Omdat de omgetrokken muren van de zuidwesthoek van het kasteel nog in bijzonder grote brokken in de gracht lagen, konden die eenvoudig weer overeind worden gezet.
Het kasteel werd vernoemd naar het adellijke geslacht van den Woude, dat al in documenten uit 1281 genoemd wordt. De van den Woudes kregen de omgeving van het kasteel, het Sluterland bij de Merwede,  in leen van Willem V.  graaf van Holland, omdat zij aan de zijde van de Kabeljauwen van de graaf Willem V  meegestreden hadden in de strijd over de zeggenschap over het graafschap, tegen zijn moeder Margaretha van Beieren (Hoeken). Met de bouw van het kasteel met een grondplan van 15 bij 20 meter, werd in 1371 gestart, in opdracht van Willem van den Woude. De werkzaamheden werden echter al in 1373 gestopt omdat het kasteel door de Valentijnsvloed onder water was komen te staan. Omdat Willems zoon, Hugo van de Woude Willemz. in 1398 kinderloos stierf, erfde zijn neef Willem van Mijnden de heerlijkheid.
De Riederwaard werd in 1404 gedeeltelijk herbedijkt waardoor in 1418 met de wederopbouw en uitbreiding van het kasteeltje kon worden begonnen. Maar in datzelfde jaar werden de muren echter in de Hoekse en Kabeljauwse Twisten, door de Hoeken neergehaald om te voorkomen dat hun tegenstander het kasteel als steunpunt konden gebruiken. Tijdens de sint Elisabethsvloed van 1421 verdween de ruïne geheel onder een dikke laag slib en bleven de resten zo’n 800 jaar onopgemerkt..
Vanaf 1440 begon men opnieuw met de inpoldering, maar nu goed; met stevige dijken en een goed afwateringssysteem Een deel van de heerlijkheid kwam buitendijks te liggen.
alle gegevens op een rij
  • Stichtingsperiode

    • 14e eeuw
  • Typologie

    • Onbekend De typologie van het Huis te Woude is niet helder aan te geven. Er zijn meerdere mogelijkheden te noemen op basis van de beschikbare informatie. Het kan gaan om een zaalbouw met 1 grote kap, of om twee zaalbouwen naast elkaar met twee kappen in langsrichting.
  • Status / bouwgeschiedenis

    • ruïne. Met de bouw van het Huis te Woude door Willem van der Woude is in 1372 begonnen. De bouw werd verstoord doordat de Riederwaard door een overstroming onder water kwam te staan. Toen deze waard uiteindelijk weer was drooggelegd in 1418 heeft de zoon van Willem van Minden, Jan van Brakel, de afbouw ter hand genomen. Daarbij is het muurwerk deels verhoogd, maar nog tijdens de bouw zijn de muren in de Hoekse en Kabeljauwse twisten, waarschijnlijk door de Hoeken, omver getrokken. Bij een volgende overstroming, de St. Elisabethsvloed in 1421, is het huis, of wat daarvan over was, verdwenen onder een laag klei. In 1968-1969 zijn de overblijfselen van het Huis te Woude opgegraven. Daarbij zijn de omgetrokken muren in de gracht teruggevonden. Uit het onderzoek is gebleken dat het ging om een omgracht huis met een maat van 19,6 x 15,1 meter. Het was in de lengterichting (noord-zuid) op souterrainniveau in tweeën gedeeld door een muur. Op grond van deze muur en twee latrinekokers in de zuidoosthoek gaat Hoek (1970) ervan uit dat het huis in voltooide toestand zou hebben bestaan uit twee delen: een oostelijk deel van drie bouwlagen en een westelijk deel van een bouwlaag met een kleine kelder. Het kan ook zijn dat het huis in zijn geheel drie bouwlagen hoog had moeten worden, waarbij dan de muur in het souterrain als ondersteuning gediend kan hebben voor standvinken op de bovenliggende verdiepingen. Het souterrain met de kleine kelder en de waterput aan de zuidzijde heeft waarschijnlijk dienst gedaan als dienstruimte en opslag, de daarboven gelegen verdieping bevatte het woongedeelte. Hiervan zijn een schouw en een venster met banken teruggevonden. De tweede verdieping zal bedoeld zijn geweest voor de slaapvertrekken. Rondom het kasteel lag een gracht met een breedte van 18 meter. Van het Huis te Woude rest een geconsolideerde ruïne. Bij de ontgraving en consolidatie in 1969-1972 is het teruggevonden muurwerk gedeeltelijk hoger opgetrokken.
  • Bouwgeschiedenis

    • Met de bouw van het Huis te Woude door Willem van der Woude is in 1372 begonnen. De bouw werd verstoord doordat de Riederwaard door een overstroming onder water kwam te staan. Toen deze waard uiteindelijk weer was drooggelegd in 1418 heeft de zoon van Willem van Minden, Jan van Brakel, de afbouw ter hand genomen. Daarbij is het muurwerk deels verhoogd, maar nog tijdens de bouw zijn de muren in de Hoekse en Kabeljauwse twisten, waarschijnlijk door de Hoeken, omver getrokken. Bij een volgende overstroming, de St. Elisabethsvloed in 1421, is het huis, of wat daarvan over was, verdwenen onder een laag klei.In 1968-1969 zijn de overblijfselen van het Huis te Woude opgegraven. Daarbij zijn de omgetrokken muren in de gracht teruggevonden. Uit het onderzoek is gebleken dat het ging om een omgracht huis met een maat van 19,6 x 15,1 meter. Het was in de lengterichting (noord-zuid) op souterrainniveau in tweeën gedeeld door een muur. Op grond van deze muur en twee latrinekokers in de zuidoosthoek gaat Hoek ervan uit dat het huis in voltooide toestand zou hebben bestaan uit twee delen: een oostelijk deel van drie bouwlagen en een westelijk deel van een bouwlaag met een kleine kelder. Het kan ook zijn dat het huis in zijn geheel drie bouwlagen hoog had moeten worden, waarbij dan de muur in het souterrain als ondersteuning gediend kan hebben voor standvinken op de bovenliggende verdiepingen. Het souterrain met de kleine kelder en de waterput aan de zuidzijde heeft waarschijnlijk dienst gedaan als dienstruimte en opslag, de daarboven gelegen verdieping bevatte het woongedeelte. Hiervan zijn een schouw en een venster met banken teruggevonden. De tweede verdieping zal bedoeld zijn geweest voor de slaapvertrekken. Rondom het kasteel lag een gracht met een breedte van 18 meter.
  • Bezitsgeschiedenis

    • Voor zover tot op heden bekend is, komt het Huis te Woude niet voor in de schriftelijke bronnen. Er zijn dan ook geen directe gegevens over de bezitsgeschiedenis van het huis. Bij het archeologisch onderzoek is echter gebleken dat het huis nog niet afgebouwd was toen het door de overstroming van 2 februari 1373 onder water kwam te staan. Het is daarom waarschijnlijk dat er in 1372 met de bouw van het Huis te Woude begonnen is. Vermoedelijk heeft Willem van der Woude Hugenzn dus de opdracht gegeven voor de bouw, aangezien hij tussen 1354 en 1373 goederen in de Riederwaard in leen hield van de heren van Blois. Na de overstroming van 1373 is er niet meteen verder gegaan met de bouw. Het goed kwam in handen van Willems zoon Hugo, en in 1398 vererfde het op Willem van Minden. Blijkbaar was er onenigheid over het goed, want in april 1399 werd ook Willem van Brakel met de helft van het goed beleend. Pas in december 1399 kwam het gehele complex weer in handen van Willem van Minden. Het vererfde in 1414 op diens zoon Jan van Brakel. Waarschijnlijk heeft deze de opdracht gegeven om in 1418 weer verder te gaan met de bouw van het huis. In juni van datzelfde jaar werden de muren echter al weer omver getrokken om te voorkomen dat ze als versterking gebruikt zouden worden in de Hoekse en Kabeljauwse twisten. Het huis is hierna niet meer opgebouwd.
  • Afmetingen

    • De hoofdburcht van het Huis te Woude had een maat van 19,6 x 15,1 meter. Deze maat is ontleend aan het archeologisch onderzoek.
  • Oudste vermelding

  • Functie

    • ruïne / monument
  • Synoniemen

    • Hardentoom
  • Etymologie

    • Ontleend aan het geslacht Van den Woude (13e eeuw).
  • Relevante links

  • Rijksmonument nummer

    • 32524
  • info ridderkerk